We ontvangen steeds vaker financieringsaanvragen, omdat de lopende zakelijke financiering niet wordt verlengd. Waar komt dit vandaan? En waarom lopen zakelijke financieringen niet meer 20 tot 25 jaar zoals vroeger?

Kredietcrisis: van Amerika naar Europa

Voor het antwoord hierop gaan we ruim 15 jaar terug in de tijd. In 2007 en 2008 ontstond er een wereldwijde bankencrisis, ook wel kredietcrisis genoemd. Deze crisis werd veroorzaakt door problemen met hypotheekportefeuilles bij Amerikaanse banken. Deze hypotheken waren verkocht aan partijen over de hele wereld. Hierdoor sloeg de crisis ook over naar Europa en werden ook Nederlandse banken geraakt. Door een opeenstapeling van problemen ontstond er een domino effect: het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers dreigde ook de Nederlandse en Europese banken mee te slepen.

Mede door overheidssteun zijn faillissementen van grote banken in Nederland en Europa voorkomen. Naar aanleiding van deze gebeurtenissen hebben overheden samen met internationale toezichthouders strakke maatregelen doorgevoerd. Deze komen o.a. terug in de aanscherping van de Basel regels. Volgens deze aanscherpingen in 2009 moesten banken grotere buffervermogens aanhouden. Hoe groter het risico dat een bank loopt over hun uitzettingen (lees: verstrekte leningen), hoe meer eigen vermogen een bank dient aan te houden.

Nieuwe regels, kortere looptijden

Als reactie op deze aanscherpingen hebben de Nederlandse banken besloten om de looptijden van de zakelijk leningen in te korten naar maximaal 10 jaar. Doordat de leningen een kortere looptijd krijgen is het risico voor de banken lager en hoeft er minder eigen vermogen aangehouden te worden.

Wie de laatste jaren een zakelijke lening afsluit, voor bijvoorbeeld de aankoop van een bedrijfspand, zal doorgaans een maximale looptijd van 10 jaar krijgen. Voorbeeld: stel dat voor de aankoop van zo’n bedrijfspand een financiering nodig is van 500.000 euro. In 10 jaar wordt 250.000 euro afgelost en het resterende bedrag van 250.000 euro moet op de einddatum, in één keer afgelost worden. In veel gevallen zal er een lening voor de resterende 250.000 euro opnieuw door de bank worden verstrekt voor een periode van 10 jaar. Effectief heeft het bedrijf dan toch een financiering gekregen voor een periode van in totaliteit 20 jaar.

Maar wat als de bank de lening van het resterende bedrag van 250.000 euro niet wil verstrekken? Dit is in beginsel natuurlijk een vervelende situatie. Er ontstaat onzekerheid, omdat er een nieuwe financiering gezocht moet worden, indien er bij de onderneming niet voldoende liquide middelen aanwezig zijn om het openstaande bedrag in een keer af te lossen.

Alvorens we naar oplossingsrichtingen gaan kijken, eerst een aantal redenen waarom banken kunnen besluiten om geen nieuwe financiering aan te bieden:

  • De activiteiten hebben betrekking op een branche waar specifieke financierings- en beleidsregels voor gelden. Het zou zomaar kunnen dat deze regels bij het aangaan de van de financiering (5 of 10 jaar geleden) nog niet golden. Denk hierbij bijvoorbeeld nieuwe regels binnen de verhuur van vastgoed- of de automotive sector.
  • De resultaten van de onderneming zijn marginaal geweest de laatste jaren. Ondanks het feit dat er geen achterstanden zijn ontstaan bij de betaling van de rente- en aflossingsverplichtingen wil de bank geen nieuwe financiering verstrekken vanwege de (te) lage betalingscapaciteit.
  • Het betreffende onderpand voldoet qua verduurzaming (nog) niet aan de actuele regels die de financier hanteert. Denk hierbij bijvoorbeeld aan energielabels: het pand heeft nog een energielabel D en de bank accepteert alleen nog maar energielabels C of beter.
  • De resterende lening is relatief laag. Voor de bank is het bewerkelijk en tijdrovend om een nieuwe financiering uit te werken en te verstrekken.
  • De ondernemer was bij het aangaan van de financiering van het bedrijfspand zowel eigenaar van het pand als van de exploitatie. Bij het herfinancieringsmoment is de exploitatie verkocht aan derden waardoor het pand geen “eigen gebruik” pand meer is, maar er sprake is van verhuur.

Alternatieve geldverstrekkers, lagere lasten?

Naast bovengenoemde redenen zijn er nog meer situaties denkbaar waarbij de bank de lening niet wil verlengen. In de praktijk zien we dat er wel veel herfinancieringsmogelijkheden zijn via alternatieve of non-bancaire geldverstrekkers. Misschien hanteren deze partijen andere rentetarieven dan de bank, maar in veel gevallen kunnen de financieringslasten gelijk blijven of zelfs dalen. Hoe kan dit bij hogere rentetarieven? Het antwoord hierop is een lagere aflossingsdruk bij alternatieve, non bancaire geldverstrekkers zoals investeerders, crowdfunding platformen of kredietfondsen.

Weten of een financieringsaanvraag haalbaar is? Doe de financieringscheck!

Doe de check